dinsdag 9 augustus 2016 / NRC Handelsblad & nrc.next / Fotograaf: Lars van den Brink voor NRC

Krant

VHS is dood - Lang leve VHS

Het was maar een klein berichtje afgelopen maand: de Japanse fabrikant Funai staakt de productie van videorecorders voor VHS-tapes. Funai was het laatste bedrijf ter wereld dat nog VHS-recorders maakte; Sony stopte al eerder met de productie van recorders voor de concurrerende videostandaard Betamax. Het videotijdperk is daarmee definitief voorbij.

 

Video mag verleden tijd zijn, voor een kleine, fanatieke club verzamelaars is VHS springlevend. Zij organiseren VHS-filmavonden en maken eigen tijdschriften. Ook digitaliseren ze films en filmfragmenten, die worden gedeeld op blogs en Youtubekanalen. Belangrijk werk, want met het einde van de videorecorder dreigen duizenden films uit de jaren ’80 en ’90 voorgoed ontoegankelijk te worden.

 

Revolutie

Een van die verzamelaars is Juul Barnard (39) uit Rotterdam. Zijn huis is net een videotheek: zijn collectie van 2.500 videobanden neemt de halve woonkamer in beslag. De mooiste video’s staan met de voorkant naar voren, alsof het kleine kunstwerken zijn. In het midden van de kamer staat een joekel van een televisie. Een oude, want „VHS ziet er niet uit op een HD-tv. Video’s komen het best tot hun recht met strepen over het scherm en een wiebelig 3:4-formaat.”

 

De VHS (Video Home System) werd uitgebracht in 1976 door het Japanse elektronicabedrijf JVC. Een jaar eerder had het eveneens Japanse Sony het concurrerende Betamax-formaat op de markt gebracht. Tot begin jaren tachtig streden deze videoformaten – en op de achtergrond V2000 van Philips – om dominantie in de markt, een strijd die glansrijk gewonnen werd door VHS. In de loop van de jaren ’80 werd de videorecorder gemeengoed: rond 1990 was de videorecorder goed voor bijna een zesde van de wereldmarkt voor consumentenelektronica.

 

De opkomst van VHS betekende een revolutie. Het is moeilijk voor te stellen in een tijd waar je altijd en overal video’s op je smartphone kunt bekijken, maar tot in de vroege jaren ’80 was beeld een schaars goed. In Nederland waren er slechts twee tv-zenders en als je iets had gemist kon je het niet terugkijken. Met videorecorders kon je zelf tv opnemen en kijken wat je wilde, op een tijdstip dat jou uitkwam: video on demand avant la lettre.

Voor Barnard is VHS jeugdsentiment. „Mijn oudere broer keek vroeger naar horrorvideo’s, dat vond ik ontzettend spannend.” Hij werd filmfan en verzamelde videobanden, tot rond 2005 DVD de nieuwe standaard werd. Vijf jaar geleden kwam hij op een rommelmarkt in Dordrecht een bijzondere partij videobanden tegen, en sindsdien is hij weer in de ban van VHS.

 

„Ik kwam in contact met andere verzamelaars en kreeg beter zicht op wat bijzondere banden zijn”, vertelt Barnard. „Zo richt ik me nu alleen nog op videobanden die bedoeld waren voor verhuur, niet op koopvideo’s.” Hij reikt een huur- en een koopvideo aan: de huurvideo is zwaarder en ziet er robuuster uit.

 

Verder is Barnard, die illustratie studeerde, aangetrokken tot de hoezen van de video’s. „Videobanden hebben vaak mooie cover art”, vertelt hij. „Vroeger kon je niet op internet opzoeken of een film goed was, dus dan ging je in de videotheek op de hoes af. Zelfs hele slechte films hebben daarom vaak een mooie hoes.”

 

Pulp

VHS bracht een nieuwe filmindustrie op gang. Nieuwe labels probeerden een graantje mee te pikken van de snel groeiende VHS-markt, door voor zo min mogelijk geld zo veel mogelijk films te produceren. Kenmerkend voor VHS-films zijn remakes van kaskrakers. Barnard: „Neem Star Wars of The Terminator, daarvan bestaan tientallen varianten. Doordat de makers minder konden uitgeven aan special effects moesten ze met creatieve oplossingen komen.”

 

Barnard heeft een fascinatie voor pulpvideo’s. Van de tien video’s die hij kijkt, zijn er negen „bagger”, zegt hij. „Veel films hebben helemaal geen verhaal, die bestaan alleen maar uit een aaneenschakeling van achtervolgingen. Maar daartussen vind je video’s die zo bizar of bijzonder zijn, dat het bewaard moet worden. Om die pareltjes is het mij te doen.”

 

Hij pakt een video uit de kast. „Neem deze, Order of the Black Eagle. Het gaat over nazi’s die in de jungle van Zuid-Amerika een massavernietigingswapen van lasers bouwen. Er komt een ingevroren Adolf Hitler in voor en een aap die een tank kan besturen. Het is zó slecht dat het goed wordt.”

 

Het nieuwe vinyl

Moeten al die pulpvideo’s bewaard worden? De Amerikaanse Yale University denkt van wel. Vorig jaar voegde de universiteit 2.700 videobanden uit 1978 tot 1985 toe aan haar bibliotheekcollectie, omdat het zou gaan om „het soort materiaal dat je de culturele identiteit van een tijdperk laat begrijpen.” „Nostalgie is de laatste fase voordat iets een academisch studieobject wordt”, verklaarde een promovendus die de VHS-collectie helpt te ontsluiten tegenover persbureau Bloomberg. Daarom liggen er nu video’s als Toxic Zombies en Stripped to Kill naast de papyrusrollen en Babylonische kleitabletten.

 

Sommige commentators beschouwen VHS als het nieuwe vinyl. Iedereen die een beetje hip is, heeft tegenwoordig een platenspeler, en op rommelmarkten vindt levendige handel plaats in elpees. Bij videobanden zie je een soortgelijke ontwikkeling: op eBay worden zeldzame videobanden voor meer dan duizend dollar aangeboden.

 

Toch is het verzamelen van VHS-videobanden vooralsnog een niche-hobby. „In Nederland zijn er zo’n twintig fanatieke VHS-verzamelaars”, zegt Barnard. Hij verwacht niet dat die groep veel groter wordt. „Vinyl heeft een hoge kwaliteit, het biedt een superieure luisterervaring. VHS heeft dat niet. Alles wat erna kwam – DVD, Blu-ray, streamingdiensten – is beter. Je moet echt een liefhebber zijn van die smerige feel van videobanden.”

Bijzondere filmfragmenten digitaliseert hij en deelt hij op zijn blog VHS Ninja en zijn gelijknamige Youtube-kanaal. Binnenkort presenteert hij hoogtepunten uit zijn collectie op de VHS-filmavond Straight to Video in Amsterdam, die wordt georganiseerd door collega-VHS-liefhebbers Willem van Rossum en Eric van der Woude.

 

De selectie is betrekkelijk willekeurig, geeft hij toe. „Het zijn dingen die ik grappig vind. Als er weer een of ander dik, lelijk ding op wielen komt langs rollen dat een alien moet voorstellen. Of een vechtpartij waarbij de slachtoffers meters door de lucht vliegen, of een slijmerig monster knabbelt aan het hoofd van een hysterische gillende vrouw. Dan denk ik: dit moeten anderen gewoon zien.”

 

Zie ook de fotoserie van Lars van den Brink.