vrijdag 7 november 2014 / Nederlands Dagblad / Google

Boek / Bespreking Nederlands Dagblad

In Silicon Valley is mislukken de norm

Door Sjoerd Mouissie

 

Onder San Francisco ligt het mekka van de computertechnologie: Silicon Valley. Waar de zon altijd schijnt en hippe mensen aan onze digitale toekomst werken. Maar dit beeld klopt niet altijd.

 

Tussen twee snelwegen net onder San Francisco ligt een vallei met daarin de belangrijkste computer- en softwarebedrijven van de Verenigde Staten – en daarmee van de wereld. Zij werken vanuit in technologieland legendarische plaatsen als Mountain View en Palo Alto. Welkom in Silicon Valley.

 

Wie er ooit een boek over heeft gelezen, of een film heeft gezien, zou zomaar kunnen denken dat de Valley bestaat uit louter jonge, vrolijke, hippe, intelligente en goedgebekte mensen die in een zonovergoten, luxe omgeving werken aan de technologie van de toekomst. Een omgeving waar de bomen tot in de hemel groeien en werknemers van grote internetbedrijven in de watten worden gelegd met gratis sport, yoga en een uitstekend bedrijfsrestaurant.

 

'Onwaarschijnlijk lelijk'
Journalist Eva de Valk (1984) woonde en werkte er twee jaar, en schreef het boek Silicon Valley: waar de toekomst wordt gemaakt. Het boek is leuk geschreven, en geeft een goed beeld van de regio. De Valk wil een realistisch beeld schetsen. Dat dit niet helemaal overeenkomt met het ideaalbeeld hierboven, blijkt al in het voorwoord van internetgoeroe Alexander Klöpping (van De Wereld Draait Door). De zon schijnt er zeker, maar verder is Silicon Valley – genoemd naar silicium, een van de belangrijkste grondstoffen in de computerindustrie – een ‘onwaarschijnlijk lelijk gebied’. Het is een ‘gigantisch industrieterrein’, en een ‘verzameling grote gebouwen met een eindeloze reeks parkeerplaatsen ertussen’.


Desondanks heeft de vallei een grote aantrekkingskracht op mensen die in de informatietechnologie willen werken. Voor de geïnteresseerden in nieuwe technologie geldt het gebied zelfs als een sogebied zelfs als een soort mekka. Iedereen die een computer, tablet of smartphone heeft, gebruikt immers software die daar bedacht is. Voor een groot bedrijf als Google is de keuze er reuze: er solliciteren twee miljoen mensen op circa achtduizend vacatures – de kans om er aan de slag te kunnen, is dus 0,4 procent. In het boek staat overigens ‘0,004 procent’, maar zo slecht zijn de kansen nu ook weer niet.

 

Daarnaast trekken er elk jaar weer nieuwe ondernemers naar de Amerikaanse regio, in de hoop op een doorbraak bij het grote publiek. ‘Silicon Valley barst van de jongensboekverhalen’, schrijft De Valk. In haar boek schildert ze enkele droomcarrières, van mannen die in hun schuurtje werkten aan wat miljardenbedrijven als Facebook, Microsoft, Google en Instagram zouden worden – als het even kan met een foto van het schuurtje.


40 procent failliet

Zo richtte Jan Koum in 2009 de berichtendienst WhatsApp op. Voor minder dan een dollar per jaar kunnen mensen daarmee onbeperkt berichtjes naar elkaar sturen, ter vervanging van het oude sms. ‘Koums verhaal is het klassieke verhaal van krantenjongen tot miljonair in het kwadraat: van afhankelijk van voedselbonnen tot miljardair.’ Waar Koum aan het begin van zijn carrière bij de voedselbank moest aankloppen, nam Facebook zijn bedrijf dit jaar over voor het astronomische bedrag van 19 miljard dollar.


Maar is zo’n succesverhaal de regel in de technologievallei? Nee, verre van dat. Mislukkingen en faillissementen zijn de norm, beschrijft Eva de Valk. In een van haar vele gesprekken met deskundigen komt de term ‘eenhoornbedrijven’ voor. ‘De kans om tot een miljardenbedrijf uit te groeien is even waarschijnlijk als een eenhoorn tegen het lijf lopen.’ In de afgelopen tien jaar bereikten 39 bedrijven de waarde van een miljard dollar. Dat is 0,07 procent van de bedrijven die in die periode opgericht werden.

 

De rest blijft hangen in de middelmaat, of gaat failliet. Dat overkwam 30 tot 40 procent van de nieuwe initiatieven die geld kregen van grote investeerders. ‘Mislukken wordt gezien als een logisch gevolg van innovatie en de risico’s die daarmee gepaard gaan. Dat je in Silicon Valley weinig hoort over geflopte ­startups ligt aan de fundamenteel optimistische houding in het gebied. Gaat het mis? Zand erover, tijd voor iets nieuws.’

 

Kinderopvang
Klopt er dan helemaal niets van het bekende imago van de Amerikaanse technologiesector? Jawel, bijvoorbeeld dat grote internetbedrijven hun werknemers in de watten leggen. Zelf een bedrijf beginnen is afzien, maar wie eenmaal een baan heeft bij Facebook, Evernote of Google, heeft een goed leven. ‘Terwijl een gemiddeld jaarinkomen van een huishouden in Californië rond 58.000 dollar ligt, verdient een beginnende programmeur al snel een ton per jaar, en kunnen ervaren techneuten miljoenen opstrijken.’


Ook de secundaire arbeidsvoorwaarden zijn – zeker naar Amerikaanse maatstaven – exorbitant. Evernote huurt schoonmakers in die de huishoudens van het personeel onder werktijd bijhouden. Facebook voorziet zijn medewerkers van luxe appartementen, en bij Netflix kunnen ze vaak op vakantie, in een land waar twee weken per jaar de norm is.


Koploper is ongetwijfeld Google. De ruim 45.000 medewerkers hebben toegang tot alle denkbare faciliteiten om het werken zo aangenaam mogelijk te maken. Tientallen goede restaurants, autogarages, kappers, dokters, kinderopvang, ruimtes om een slaapje te doende en, niet te vergeten, zeven hectare aan sportvelden.


Dit alles is goed voor de werknemers, maar zeker ook voor de bedrijven. Door de busjes met draadloos internet kan het personeel eerder beginnen met werken. ‘Het gratis eten zorgt ervoor dat je het kantoor niet uit hoeft om ergens te lunchen. Schoonmakers nemen huishoudelijk werk uit handen, de sportschool en verzekeringen zorgen ervoor dat iedereen gezond blijft.’

 

Het doel? Medewerkers nóg beter laten presteren en nóg harder laten werken. ‘Google heeft zelfs een eigen afdeling die onderzoekt hoe het bedrijf de werknemers gelukkiger en gezonder kan maken, zodat ze zo veel mogelijk waarde toevoegen aan het bedrijf en niet overstappen naar een andere werkgever.’ 

Silicon Valley: waar de toekomst wordt gemaakt
Eva de Valk. Uitg. Lebowski, Amsterdam 2014. 256 blz. € 17,95